Mandioqueira
Botanische naam | Qualea brevipedicellata | ||
Familie | Vochysiaceae. | ||
Groeigebied | Amazonegebied, Brazilië en de Guyana's. | ||
Boombeschrijving | De rechte takvrije stammen zijn (7-)13-15(-20) m lang met een diameter van (0,45-)0,58(-1,0) m. De stamvorm kan recht en cilindrisch tot gedraaid en gegroefd zijn, met een gezwollen voet of zware wortelaanlopen. | ||
Houtbeschrijving | Het kernhout is lichtgrijs, geelachtig-lichtbeige tot bruin/ roodbruin van kleur met lichte lijnen van het parenchymweefsel rond de vaten. Het duidelijk tot minder duidelijk te onderscheiden spint heeft een bleekgele tot geelachtige kleur, soms tot lichtbruin. Soms zijn groeiringen zichtbaar. In het hout komen plaatselijk witte inhoudsstoffen in de vaten voor, deze zijn op het langsvlak zichtbaar als dunne witte lijnen.Het kernhout heeft droog een matige glans en geen opvallende geur, vers heeft het een onaangename geur. | ||
Duurzaamheid | Duurzaamheidsklasse 1-2 (Klasse 1 zonder grondcontact) | ||
Volumieke massa | Vers: 1140 - 1200 kg/m3 Gedroogd: 650 - 860 kg/m3 |
||
Hardheid | Langsvlak 6.100 - 10.100 N (Janka) | ||
Toepassingen: | Constructiehout onder dak, meubelen, binnenbetimmeringen, parket, schroten, plinten, lijsten, draaiwerk, pallets, kisten, multiplex, schuttingplanken en wagonvloeren. |
Mandiqueira vlonderplanken
Naar: Houtvademecum 2016 Centrum Hout Almere, 10e herziene druk